Longeersingels
- Veelgestelde vragen
- Waarop moet je letten bij een longeersingel voor je paard?
- Wanneer zit de longeersingel goed?
- Welke longeersingel is geschikt voor mijn paard?
- Waarvoor dienen de vele ringetjes aan de longeersingel?
- Welke longeersingel is geschikt voor dubbele lijnen?
Waarop moet je letten bij een longeersingel voor je paard?
Niet alleen bij een zadel is de juiste pasvorm belangrijk, ook de longeersingel moet goed op de rug van het paard passen. Als de longeersingel drukplekken achter de schoft veroorzaakt, kan dat leiden tot spieratrofie, oftewel het tegenovergestelde van een correcte training van het paard.
Let er bij het passen van een longeersingel op dat hij niet op of tegen de schoft drukt. Veel longeersingelmodellen hebben een dikke wattering die opzij van de schoft resp. wervelkolom liggen. Vooral in het begin kan het materiaal nog heel stijf en hard zijn en daardoor gaan klemmen om de schoft. Aansingelen kan dan heel onprettig zijn voor het paard. Daarom moet de brug" tussen de kussens voldoende flexibel zijn, zodat de singel de vorm van de paardenrug beter kan volgen.
Of je nu een longeersingel van nylon of longeersingel van leer koopt, maakt in principe niets uit. Beide longeersingels moeten goed op de rug van het paard passen en mogen niet verschuiven. Een leren longeersingel ligt niet noodzakelijkerwijs stabieler dan een nylon longeersingel, maar hij kan wel stijver zijn en daardoor net zo onprettig voor het paard zijn als een longeersingel die verschuift.
Let er bij de aankoop van een longeersingel op of er voldoende ringetjes langs de zijkanten zijn, zodat je de hulpteugels op verschillende hoogtes kan vastmaken.
Bij Kramer Paardensport kan je longeersingels van SHOWMASTER kopen. Flexibele longeersingels van nylon volgen de romp van het paard het gemakkelijkst. Voor paarden met een gevoelige huid hebben we de longeersingel met teddy fleece.
Wanneer zit de longeersingel goed?
Longeersingels worden, anders dan zadels, achter de schoft gelegd. Daardoor ligt de plek van de longeersingel ook verder naar achteren dan bij de singel van een zadel. De schoudervrijheid wordt daar niet door beperkt. Bij het opleggen van de longeersingel zal je merken dat de longeersingel bijna vanzelf op zijn plaatst schuift.
Onder de longeersingel kan je ofwel een daarvoor bedoelde longeersingelonderlegger doen of een eenmaal dubbelgevouwen sjabrak met de opening naar voren. Deze doet niet veel qua demping, maar beschermt het materiaal wel tegen zweet. Een goedpassende longeersingel heeft namelijk geen wattering nodig.
Wanneer de longeersingel toch flink naar voren schuift en in de elleboogholtes drukt, kan je de longeersingel ook over het zadel bevestigen. Dat heeft vooral zin als er flinke druk op de hulpteugels ligt, waardoor de longeersingel kan verschuiven.
Welke longeersingel is geschikt voor mijn paard?
Welke longeersingel je paard qua pasvorm nodig heeft, is net als bij een zadel een kwestie van uitproberen. Longeersingels zijn er in verschillende uitvoeringen qua wattering en materiaal. Het belangrijkste criterium is de pasvorm en dat de longeersingel goed zit. Longeersingels van nylon zijn heel soepel en passen daarom op verschillende soorten paarden. Maar ze kunnen wel op menig paard verschuiven. Hetzelfde kan echter gebeuren met een leren longeersingel. Ook hier geldt dat het vinden van de juiste longeersingel voor je paard een kwestie van uitproberen is.
Wanneer je je paard met dubbele lijnen wilt trainen, is het raadzaam om een longeersingel met opstaande ringen aan te schaffen. Deze houden de longeerlijnen uit elkaar en voorkomen dat ze achter de singel of onderlegger blijven hangen.
Waarvoor dienen de vele ringetjes aan de longeersingel?
Wie zijn paard met een kaptoom longeert, heeft geen hulpteugels nodig. Wil je ze echter wel gebruiken, dan moet je ze ergens aan vast kunnen zetten. Daarom zitten er meerdere ringen aan een longeersingel, meestal zijn er dan twee onderaan en drie bovenaan. Onderaan in het midden van de buik is nog een ring. Bijzetteugels worden aan de onderste ringen aan de zijkant bevestigd, terwijl voor slofteugels ook de bovenste ringen gebruikt kunnen worden. Voor driehoeksteugels worden niet alleen de ringen aan weerszijden gebruikt, maar ook de ring onder de buik. Op welke hoogte de hulpteugels worden vastgemaakt, is afhankelijk van het trainingsdoel en het trainingsniveau van het paard.
Welke longeersingel is geschikt voor dubbele lijnen?
Met dubbele lijnen kan je het grondwerken met je paard naar een volgend niveau tillen. Het zorgt voor afwisseling en kan gezien worden als voorbereiding op het betuigen. Voor het werken met de dubbele lijnen is het belangrijk dat de longeersingel veel bevestigingsringen heeft, zodat de lijnen op verschillende hoogtes kunnen worden bevestigd. De ringen moeten zodanig zijn dat de longeerlijnen er makkelijk doorheen glijden, zodat er geen constante druk op het bit ontstaat en het paard kan nageven. De meeste longeersingels hebben flexibele ringen die naar voren en naar achteren kunnen bewegen.
Idealiter is de longeersingel uitgerust met twee of meer ringen, waardoor het besturen met lange lijnen nog makkelijker is.