Advies en informatie over longeren

Tijdens het longeren beweegt het paard aan een lang touw (= aan de lange) in een cirkel rondom de longeerder en wordt op deze manier getraind. Vooral voor jonge paarden clie nog niet zjjningereden, wordt longeren gebruikt als eerste trainingsonderdeel om het paard te laten wennen aan de samenwerking met mensen en om te werken aan de eerste lessen zonder geirriteerd te raken door het zadel of het gewicht van de ruiter.

Longeren

Ook getrainde paarden hebben baat bij longeren. Longeren kan ingezet worden bij trainingsdoelstellingen of bijvoorbeeld om problematisch gedrag af te leren. Vooral na ziekte is longeren voor het paard een optimale en zachte herintrede in de dagelijkse training. Rijlessen aan de longeerlijn zijn voor ruiters meestal ook de eerste kennismaking met de paardensport.

Longeren is een belangrijk onderdeel van de training van paard en ruiter en men kamt telkens weer in aanraking met de voordelen van longeren in de paardensport. De positieve effecten van longeren zijn zo goed als de longeerder zelf.

Longeren vereist een boge mate van gevoel naast de juiste techniek en de juiste deskundigheid […].
In de handen van een gevoelige longeerleider, kan longeren van grote waarde zijn. Maar als het verkeerd wordt toegepast, net als bij paardrijden, kan deze oefening het paard meer kwaad dan goed doen.

Grondbeginselen van het longeren

Opdat longeren effectief is voor de gezondheid van het paard, is in eerste plaats een goed longeerder nodig. Essentiele basisregels en de juiste techniek dienen te worden aangeleerd.

Uitruisting voor longeren: Longe, kaptoom, longeersingel

Een beknopt overzicht van een klassieke opbouw van een longeerles én belangrijke basictechnieken van het longeren:

Vóór het longeren:

  • de accessoires van paard en longeerder zijn conect vastgegespt, intact en compleet
  • de hulpteugels worden pas vlak voor het longeren aan de hoofdstelringen vastgemaakt
  • als het paard onrustig is tijdens de voorbereidingen, kan een assistent het paard vasthouden terwijl de bijzetteugels worden vastgegespt of aangedaan

Warming-up:

  • begin altijd aan de favoriete zijde van het paard
  • bij het longeren in stap, verleng langzaam de longeerlijn
  • minstens 10 minuten lopen
  • als u bijzetteugels gebruikt, laat deze in het begin los
  • draf-galop-draf overgangen
Hand wissel

De handwissel vindt plaats op de hoefslag of in het midden van de rijplaats. Naast het vastmaken van de longeerlijn (indien geen kaptoom wordt gebruikt), wordt de rest van de uitrusting gecontroleerd en eventueel opnieuw vastgebonden. Bij het wisselen op de hoefslag maakt het paard een voorwaartse draai. Indien er in het midden van de rijplaats gewisseld wordt, dan wordt de draaiing van het paard automatisch in het midden geraliseerd.

Na de warming-up dient het paard in alle gangen ontspannen te lopen.

Hoofdtraining:

  • als de teugels tijdens de warming-up lang waren, dienen ze tijdens de hoofdtraining korter te worden gemaakt.
  • de gestelde doelen worden geraliseerd d.m.v. een reeks van gymnastiekoefeningen, b.v. verandering van tempo, enz.

Ontspanning:

  • lasse staprondjes zonder of met losse teugels gedurende minstens 5-10 minuten
  • hartslag en ademhaling normaliseren

De accessoires – wat heb ik nodig om te longeren?

Voor het werken aan de lange is deels speciale equipment nodig. Naast de klassieke longeeraccessoires dient aan een aantal eisen te worden voldaan. Het is raadzaam dat de longeerders stevige schoenen en handschoenen dragen. Verder dient men ervoor te zorgen dat de longe niet kan blijven haken aan uitstekende delen van de kleding (b.v. sparen, te lange jas).

Kaptoom

De lijst van accessoires verwijst naar de basisuitrusting om te longeren. De uitrusting kan onder bepaalde omstandigheden worden uitgebreid, afhankelijk van het opleidingsniveau van het paard en de longeerder.

AccessoiresWaar dien ik op te letten?
Longeerzweep– totale lengte tussen 4 en 8 m
– flexibele stak (ca. 1,80 m lang)
– zweepslag van Jeder of rubber/silicone

De zweep dient te worden vervangen zodra hij niet meer intact is. Knopen moeten regelmatig worden verwijderd.
Longeerlijn– minimale lengte 7 m
– sterk en duurzaam materiaal (gewoonlijk singels)
– met handlus
– moet gemakkelijk in de hand liggen
– met karabijnhaak
Hoofdstel of KaptoomHoofdstel:
– bij het longeren zonder teugels
– aangezien het hoofdstel via het bit rechtstreeks invloed heeft op de mond, wordt longeren met een bit alleen aanbevolen voor geoefende paarden

Kaptoom:
– de longe is verbanden aan in de middelste ring
– er kan ook een trens onder worden gebruikt (ideaal met een : Hannoveraans hoofdstel)
– werkt via het neusbeen en wordt aanbevolen voor jonge paarden of paarden die gevoelig zijn in de mond
Longeersingel– maakt het mogelijk de hulpteugels soepel aan te gespen dankzij de ringen
– gemaakt van leer of materiaal voor riemen
– wordt gebruikt met een singelonderlegger of zadeldeken
– dient zodanig te zijn gevoerd, zodat de schoft vrij blijft
HulpteugelsHulpteugels voor longeren dienen re passen bij het trainingsniveau van paard en longeerder en dienen altijd correct te worden vastgegespt en gebruikt!

Bijzetteugels:
– 2 teugels van elk ongeveer 1,50 m
– worden bevestigd aan de ring van het hoofdstel en aan de longeersingel
– bijzetteugels met rubberen ringen zijn handig bij onervaren paarden

Slofteugels:
– 2 teugels van elk ca. 2,50 m
– beide uiteinden worden aan de longeetsingel bevestigd en door de hoofdstel ring gehaald om een driehoek te vormen.
– De hoogte van de gesp hangt af van het trainingsdoel

Niet aanbevolen voor permanent gebruik en alleen te gebruiken door ervaren longeerders:
– Driehoeksteugels
– Chambon
– Gogue