FAQs over hulpteugels

Driehoeksteugels

1. Wanneer zijn hulpteugels niet zinvol?

2. Wat is beter – bijzetteugel of driehoeksteugel?

3. Welke hulpteugels zijn geschikt voor westernrijden?

4. Welke hulpteugels zijn geschikt voor springen?

5. Welke hulpteugels zijn voor beginners geschikt?

6. Kan ik hulpteugels in het terrein gebruiken?

7. Welke hulpteugels helpen tegen steigeren / bokken?

8. Kan ik hulpteugels aan de kaptoom bevestigen?

1. Wanneer zijn hulpteugels niet zinvol?

Veelal wordt gezegd dat een goede ruiter geen hulpteugels nodig heeft. Want hij weet hoe hij het paard correct kan gymnastiseren om voorwaarts-neerwaarts lopen met een actief, dragende achterhand te realiseren. Bij de volgende scenario’s zijn hulpteugels niet zinvol:

  • Als permanente oplossing, ze mogen niet continu worden ingezet
  • Als versneller om de trainingsdoelen sneller te bereiken
  • Als wanhoopsdaad als je niet meer weet wat je moet doen
  • Bij gebruik zonder een concreet trainingsdoel en zonder plan hoe je dit wilt bereiken
  • Als de gebruiker zich niet heeft geïnformeerd over de werking van hulpteugels. Als ontbrekende ervaring niet door het advies van een expert kan worden gecompenseerd
  • Als het paard niet is opgewarmd
  • Als het paard nog niet heeft geleerd om zichzelf in balans te brengen
  • Bij een jong paard dat nog niet bedreven is in buiging, stelling of voorwaarts-neerwaarts lopen
  • Om een paard aan bokken, steigeren of op hol slaan te hinderen Als de hulpteugels correct zijn vastgegespt, kunnen ze het paard toch niet tegenhouden. Bovendien: hulpteugels vormen bij steigerende paarden een risico!

Wanneer een hulpteugel nuttig kan zijn, hebben wij zowel in het hoofdstuk „Kansen en risico’s van hulpteugels“ evenals in het hoofdstuk „Hulpteugels op de juiste manier inzetten“ nader toegelicht.

2. Wat is beter – bijzetteugel of driehoeksteugel?

Bijzetteugels zijn starre hulpteugels die niet meegeven. Hier bestaat het risico dat het paard op het bit leunt en de bijzetteugels als steun gebruikt. In het ergste geval kunnen steigerende, niet-gebalanceerde of overmoedige paarden met bijzetteugels vallen. Daarom kunnen bijzetteugels beter niet worden gebruikt bij de training van jonge paarden.

Als de focus op de ruiter en zijn houding ligt, kunnen bijzetteugels beslist nuttig zijn. Voor gymnastiekoefeningen van het paard zijn ze echter minder zinvol.

Driehoeksteugels daarentegen bieden meer bewegingsvrijheid, omdat de riemen door de bitringen glijden en hier niet star aan zijn bevestigd. Hierdoor kan het paard ook naar voren rekken. Maar daarin wordt het paard ook beperkt. Als het paard het hoofd onder het boeggewricht laat zakken, komt het met het voorhoofd onder de verticale lijn.

Een ander voordeel van driehoeksteugels ten opzichte van bijzetteugels: het paard leunt niet op het bit en gebruikt het niet als steun. Het heeft meer balans nodig. Daarom kunnen voor de gymnasticering van het paard beter driehoeksteugels in plaats van bijzetteugels worden ingezet. Als alternatief voor driehoeksteugels kunnen ook laufferteugels worden gebruikt. Dit type biedt nog meer bevestigingsmogelijkheden en dus ook meer mogelijkheden tijdens de training.

Uitgebreide beschrijvingen van de voordelen en de werking van de afzonderlijke hulpteugels vind je in de leidraad over de soorten hulpteugels.

3. Welke hulpteugels zijn geschikt voor westernrijden?

Ook bij westernrijden worden trainingshulpen voor een gedoseerd gebruik van hulpen ingezet. De keuze valt met martingalen of trainingsforks, slofteugels en German Reins kleiner uit dan bij de Engelse rijstijl.

De meest populairehulpteugel in de westernsport is de German Martingale of German Rains genoemd. Deze kan worden vergeleken met de Engelse Thiedemann-teugel. De leren riem wordt in het midden van de buikriem bevestigd en deelt zich voor de borst in twee (nylon)riemen met karabijnhaken. Deze worden van binnen naar buiten door de bitringen getrokken en via ogen aan de teugels bevestigd. De lengte moet zo worden gekozen dat de German Martingale de teugeldruk ondersteunt, maar niet zo versterkt dat de mond van het paard naar de borst wordt getrokken.

Net als alle hulpteugels worden ze in de westernsport uitsluitend met een Snaffle Bit met ringen gebruikt. Bits with Shanks mogen niet in combinatie met hulpteugels worden gebruikt.

Hoe martingaal & co. na de bevestiging werken, lees je in de leidraad over de soorten hulpteugels.

4. Welke hulpteugels zijn geschikt voor springen?

Voor springen is (tijdens proeven) uitsluitend de glijdende ringmartingaal toegestaan. Deze voorkomt dat de ruiter de aanleuning en zodoende de controle over het paard in het parcours verliest. Hierdoor wordt de ruiter beschermd tegen eventueel hoofdletsel als zijn hoofd tegen het snel omhoog komende hoofd van het paard zou stoten. Tijdens het springen worden vaak voortuigen in combinatie met martingalen ingezet. Een voortuig voorkomt dat het zadel tijdens een sprong naar achteren glijdt.

De martingaal kan in het terrein worden gebruikt. Alle andere hulpteugels zijn voor het parcours en in het terrein vanwege een mogelijk valrisico taboe!

Tijdens de springtraining wordt bovendien de Thiedemann-teugel gebruikt. Deze versterkt de hulpen meer dan een martingaal, maar minder dan een slofteugel.

5. Welke hulpteugels zijn voor beginners geschikt?

Beginnende ruiters of paardeneigenaren die nooit eerder met hulpteugels hebben gewerkt, dienen advies in te winnen bij een vakman. Voor beginners zijn vooral laufferteugels geschikt, omdat ze veelzijdig kunnen worden ingezet en het paard bovendien veel speelruimte bieden.

Voor beginners in de paardensport, die nog zonder teugels aan de longe hun evenwicht moeten vinden, zijn bijzetteugels geschikt. Deze bieden het paard de kans om een gelijkmatig ritme te vinden waardoor de paardrijleerling makkelijker zijn evenwicht kan houden. Bijzetteugels geven bovendien een gevoel van zekerheid.

Driehoeks- en laufferteugels zijn geschikt voor beginnende ruiters die al evenwichtig en doorgaans onafhankelijk kunnen zitten, maar het paard nog niet voldoende van achteren naar voren contact kunnen laten maken met het bit.

Meer informatie over welke hulpteugels voor beginners geschikt zijn, lees je in onze leidraad over alle soorten hulpteugels.

6. Kan ik hulpteugels in het terrein gebruiken?

Hulpteugels zijn met uitzondering van de glijdende ringmartingaal in het terrein absoluut taboe. Ook al is verleiding groot om een sterk paard met behulp van bijzetteugels of slofteugels af te remmen, is het risico op een val aanwezig. Hulpteugels beperken de beweging van de hals en ontnemen het paard de mogelijkheid om op oneffen ondergronden een goed evenwicht te vinden.

7. Welke hulpteugels helpen tegen steigeren / bokken?

Voor hulpteugels bij steigerende en bokkende paarden geldt hetzelfde als voor hulpteugels in het terrein: ze vormen een gevaar voor de veiligheid van mens en paard. Hulpteugels kunnen het paard zodanig beperken dat het zijn evenwicht tijdens het bokken verliest en valt. Steigerende paarden met bijzetteugels lopen het risico dat ze naar achteren toe over de kop gaan. Correct vastgegespte hulpteugels kunnen bokken of steigeren sowieso niet voorkomen.

Een betere oplossing is om het paard voor het werk de mogelijkheid te bieden om overtollige energie kwijt te raken, bijvoorbeeld door longeren zonder hulpteugels. Ook moet de reden voor deze heftige reacties worden achterhaald. Er dient advies te worden ingewonnen bij een dierenarts, osteopaat of fysiotherapeut en er moet worden gecontroleerd of de paardrijuitrusting goed past.

Een andere tip

Als je met bokkende / steigerende paarden werkt, is beschermde kleding in de vorm van een rugprotector, bodyprotector en cap van essentieel belang. Uitgebreide informatie over de beschermende uitrusting voor ruiters vind je in onze leidraad over bodyprotectors en caps.

8. Kan ik hulpteugels aan de kaptoom bevestigen?

Een kaptoom is vooral tijdens grondwerk en tijdens het longeren een belangrijk onderdeel van de uitrusting. Hierdoor kan het paard in een voorwaartse en neerwaartse houding lopen, zijn vloeiende handwissels zonder omgespen mogelijk en leert het paard om op de gebogen lijn te buigen en te staan. Daarnaast biedt hij de mogelijkheid om hulpteugels en teugels zo te gebruiken dat de mond wordt ontzien. Terwijl hulpteugels aan het bit worden bevestigd, wordt de longe aan de kaptoom vastgemaakt. De gelijkmatige druk van de hulpteugels ligt op de mond, terwijl de trekkracht van de longe op het midden van de neusrug inwerkt. Hierdoor worden de mond van het paard en alle spieren ontzien en wordt het evenwicht sneller gevonden. Vooral jonge paarden profiteren van deze manier van werken.

Nog meer suggesties voor grondwerk vind je in onze leidraad over grondwerk.